Toen ik vandaag naar Harry Potter zat te kijken moest ik opeens denken aan een avontuurtje wat wij in Engeland meemaakten. Dat had niks met Harry Potter te maken, hooguit met de sfeer, de taal, en het typisch Engelse, kortom datgene wat Engeland zo tof maakt. Heel Groot-Britannie overigens, al moet je het niet wagen in een pub in Wales te zeggen dat je Engeland tof vindt, weet ik uit ervaring.
Maar goed.
Wij maakten een fietstocht en waren al een tiental uur onderweg. We waren moe, het werd laat, het begon een beetje te regenen, het werd kouder... We moesten snel een slaapplaats zien te vinden, hetzij in een guesthouse, hetzij op een camping of waar dan ook.
Het begon te schemeren. Op onze kaart stond geen enkele camping binnen fietsafstand, ja eentje: een caravanpark, maar daar waren we allang geleden weggestuurd. Dat was nog rond een uur of vijf, zes uur.
Nu was het bijna acht.
Er was een pension. Het zag er duur uit.
"Dat moet dan maar," zei ik tegen mijn vriend. Ik was doodmoe en had behoefte aan rust. En een lekker bed.
Het pension zat vol.
"Maar," zei de uiterst vriendelijke, in een soort van polo-outfit gekleedde heer in een smetteloos Brits accent, "als je een eindje doorrijdt dan kom je bij een ander pension, dit wordt gerund door Ms. Pickles. Zij heeft vast plaats. Good luck."
Zuchtend stapten wij weer op.
De weg leek nergens heen te leiden.
Maar plosteling zagen we een soort van Hans-en-Grietje-achtig huisje.
Een lieflijk dametje deed open.
"Oh, I'm so sorry," zei ze, maar ze had geen plaats. We hadden moeten boeken!
Ik bekeek haar tuin. "No, no, you cannot camp in the garden." Maar:
we moesten een eindje verder rijden (de 'track' volgen) totaan de boerderij van Mrs. Fairless. Mrs. Fairless!? Mevrouw Oneerlijk..?
De weg veranderde inderdaad in een ongeasfalteerde, zwarte brij, waar we soms moesten afstappen om de fiets door de zuigende modder te duwen.
Aan het eind van de weg (het was inmiddels een uur of negen en behoorlijk aan de schemering) stond een aantal huisjes, zo neergestrooid leek het.
Er was niemand.
We liepen een gebouwtje binnen, een keukentje - er was niemand. Helemaal uitgestorven. Opeens hoorde ik een voetstap, buiten.
We liepen het gebouwtje weer uit.
We stonden oog in oog met een man met een geweer.
"Ik dacht al, ik hoorde schieten" fluisterde ik tegen Wouter.
"Ehhhh," stamelden wij, "we're looking for Mrs. Fairless."
(morgen of overmorgen het vervolg)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten