Ik kan op twee manieren fietsen naar mijn werk. Nou ja, het kan wel op duizend manieren, maar er zijn er maar twee die in aanmerking komen. Eigenlijk gaat het om de laatste fase, door het laatste wijkje van de rit. De vraag is: neem ik de eerste, of de tweede zijstraat. In tijd scheelt het niks. Het hangt af van mijn humeur, of van waar ik nou zin in heb. Of van gebrek aan 't initiatief, de eerste te nemen.
Maar vanmorgen werd het bepaald door een automobilist, die van rechts kwam in de eerste straat. Hij had geen voorrang, want haaietanden. Hij stond op het fietspad. Ik was van plan geweest deze straat in te rijden, en dus voor hem al af te slaan. Maar - hij reed zo lief twee meter terug, gebaarde 'ga maar' en maakte dus de hele weg voor mij vrij - dat ik het gewoon niet over mijn hart kon verkrijgen vóór hem af te slaan.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten