Hardlopen was vroeger ook al leuk. Ik was best wel snel. Zo liep ik als tienjarige (4e klas lagere school) tijdens een schoolkampje ergens in de bossen de 60 meter in nog geen tien seconden. Dat was niet gek. De meester was ook blij:
"Susan, als jij zo hard loopt," zei hij met een cynisch toontje aan de finish, "haal jij dan es effekes mijn cheques, ik heb het bij het begin laten liggen."
'Huh? Cheques?' dacht ik. Ik moest denken aan de kartonnen vellen met ponsgaatjes van mijn vader, met een PostCheque- GiroDienst logo erop. Met die afscheurboekjes kon je leuk bankje spelen. Maar wat moest die man daar nou nu mee?
"Cheques...?" herhaalde ik zacht.
"Ja, cheques. Het zit in het borstvakje van mijn jasje. Huphup, rennen, nu!"
Ik durfde niets meer en zette het op een lopen. Niet in tien seconden natuurlijk, het werden er minstens veertien. Aan de start gekomen spoorde ik zijn colbert op en voelde verlegen in het borstzakje. Ik vond dus niks van betaaldingen of zo, alleen een pakje tabak. Wat nu? Ik vond het eigenlijk al een enge kerel, en hij zou vast boos worden als ik met het verkeerde terugkwam. Maar hoe goed ik ook zocht; ik vond niks anders. Maar doen alsof ik het niet had begrepen dan... Nerveus holde ik terug en overhandigde hem de tabaksbaal.
"Dank je wel," zei hij, en hij vouwde meteen het pakje open. Ik begreep er niets van. Het was dus goed..?
Pas jaren later had ik het door. Samson: gewoon shag.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten